Veranderingen: zijn ze welkom of roepen ze weerstand op?
Veranderingen voelen lang niet altijd comfortabel. Natuurlijk, niemand wil dat zijn leven een sleur wordt. Maar als we echt met ingrijpende ontwikkelingen te maken hebben, dan roept dat ook weerstand op. We raken uit balans, we verlangen terug naar het oude vertrouwde, we weten niet zo goed waar we aan toe zijn. In dit artikel presenteren we het transitiemodel dat laat zien dat we bij elke verandering door vier fases gaan. Het laat zien wat in elke fase met ons gebeurt. Het helpt echt als we de dingen die we ervaren kunnen plaatsen. Dan zien we dat het normaal is wat we voelen, dat het erbij hoort. Dus hopelijk geeft dit model je inzicht.
Fase 1: Je komt voor je gevoel in een fuik terecht
• Oude antwoorden voelen steeds meer onbevredigend: je wilt graag vasthouden wat je eerder hebt geleerd, maar je ziet ook dat je de denkkaders niet meer toereikend zijn, dat ze je in verlegenheid brengen. Je voelt verwarring.
• De spanning wordt groter: je raakt gefrustreerd. De gemoedsrust die je had is voorbij. Alles lijkt op losse schroeven te staan.
Dingen lijken niet meer te kloppen, maar je voelt je ook ambivalent ten aanzien van de noodzaak oude zekerheden los te laten.
• Je beseft in toenemende mate dat je iets nieuws nodig hebt. Ook dat gevoel is onpret-
tig want je weet niet wat de consequenties zijn van het loslaten van het oude en het je
openen voor nieuwe gedachten. Is het geen illusie te geloven in iets nieuws?
Fase 2: Keuzemoment: wil je de realiteit onder ogen zien?
• Ontkennen van de moeite. Dit is de eerste optie. Je kunt ervoor kiezen je ogen te sluiten
voor de dingen die de verwarring hebben veroorzaakt. Je sluit je af en gaat terug naar het oude, vertrouwde. Deze vorm van regressie leidt vaak tot krampachtigheid.
• Blijven hangen in frustratie en toegeven aan cynisme. Deze tweede optie leidt tot
stagnatie, je weigert verder te ontwikkelen en geeft, vaak onbewust, toe aan een stuk angst dat er niet echt een bevredigende oplossing te vinden is.
• De derde optie is doorgaan: je besluit dan de spanning, de moeite, de verwarring en de vragen onder ogen te zien. Door ermee te dealen kies je erop te vertrouwen dat er dwars door de moeite heen een weg te vinden is. Je voelt je niet langer slachtoffer.
Fase 3: Neutrale fase: je voelt je in het luchtledige
• Er is een gevoel van leegte. Het vertrouwen is weg. Dit leidt tot een gevoel van verlies maar dat is onvermijdelijk in het leven. Het is echter belangrijk om het onder ogen te willen zien. Je kunt er niet omheen en om verder te komen moet je het echt omarmen.
• Je voelt je onzeker, op onbekend terrein. Omdat wij zo hechten aan het gevoel van controle kan die onzekerheid heel bedreigend zijn. Tegelijk kunnen we ook kracht putten uit de durf het vertrouwde achter ons te laten.
• Je moet de dissonantie leren verdragen. De angst voor negatieve gevoelens is vaak gro-
ter dan dat ze in werkelijkheid blijken te zijn. Met andere woorden: op het moment dat we
ervoor kiezen om ze toe te laten, blijkt dat we ze kunnen verdragen.
Die neutrale fase moet je niet willen kortsluiten
• De afbraak van het oude denken kost tijd. We waren zo gehecht aan het oude dat we het niet zomaar achter ons kunnen laten.
De grond moet als het ware worden omgeploegd en de vorst moet erover heen gaan voordat er opnieuw kan worden gezaaid.
• Er moet ruimte ontstaan voor iets nieuws. Door de grond braak te laten liggen sterven de oude wortels af en dat is nodig om echt in een nieuwe fase niet steeds met oude patronen te hoeven dealen. Tijd is hier een beslissende factor.
• We moeten voorkomen dat we toegeven aan de verleiding te snel door te willen schakelen naar een nieuwe invulling van het vacuüm dat is ontstaan. Juist in de leegte kunnen we veel beter ontdekken wat
er echt toe doet.
Fase 4: Nieuw terrein: je begint als het ware opnieuw
• Je bent in zekere zin in een onbekend land. Je spreekt de taal nog niet, je voelt je onwennig. Je hoofd maakt overuren want er is veel wat je moet leren duiden, wat je nog niet begrijpt. De samenhang in je denken ontbreekt nog.
• Spanning van het ontdekken. Die spanning kan positief zijn als je erin slaagt een stukje nieuwe waarheid te vinden maar het is ook realistisch ervan uit te gaan dat het negatief kan voelen als je voor de zoveelste keer de weg kwijt raakt.
• Het is dus nodig te aanvaarden dat je met vallen en opstaan je weg moet zoeken. Het is een kwestie van gaandeweg ontdekken hoe het zit. Je raakt steeds meer vertrouwd en het geeft een positief gevoel dat je op een nieuw niveau bent gekomen.